Mozaïeken: specialistenwerk in klein formaat

Mozaïeken winnen alsmaar meer aan populariteit. Het plaatsen van mozaïektegels vraagt evenwel om een specifieke werkwijze waarbij er bijzondere aandacht besteed moet worden aan de ondergrond en de uitvoering. In dit artikel komt u te weten hoe de ondergrond voorbereid moet worden en welke regels men moet respecteren bij de eigenlijke plaatsing van de tegels.

1 Soorten mozaïektegels

Bij gebrek aan een specifieke productnorm voor mozaïektegels, verstaat men in dit artikel onder deze term tegels met een maximaal oppervlak van 49 cm². Daar waar de afzonderlijke mozaïektegeltjes vroeger één voor één geplaatst werden, zijn ze vandaag de dag verkrijgbaar op vel. Dit vel kan bestaan uit een netje uit kunststof of een kunststofverbinding op de achterzijde van de tegel, dan wel uit een papier- of kunststofvel op de zichtzijde ervan.

De afmetingen van deze vellen bedragen doorgaans 30 op 30 cm of 30 op 60 cm. De tegeltjes zijn beschikbaar in verschillende materialen met elk een brede waaier aan kleuren, schakeringen en afwerkingen:

  • glas: glaspasta, kristalmozaïek of tegels met goudinleg
  • keramiek: volkeramische tegeltjes en zelliges (d.z. handgemaakte Marokkaanse tegeltjes uit geëmailleerde gebakken aarde)
  • email
  • natuursteen (ook keien)
  • metaal
  • schelpen
  • paarlemoer

Naast in verschillende materialen, komen de mozaïektegeltjes ook voor in uiteenlopende vormen:

  • scherven op net of afzonderlijke scherven voor een onregelmatige plaatsing (opus incertum)
  • drie-, vier- of veelhoeken
  • ronde tegels
  • keien die eventueel afgevlakt worden pauwenstaarten
  • ...

De dikte van de mozaïektegeltjes bedraagt doorgaans zo’n 2 mm voor paarlemoer, 4 mm voor glas en 5 tot 10 mm voor natuursteen en keramiek.

Fresco’s of tekeningen worden vaak aangeleverd op rol of tapijt, waarbij de fabrikant ook een legplan voorziet.

2 Voorbereidende werken

De materialen moeten op een droge plaats opgeslagen worden en beschermd worden tegen regen en vocht. Het vocht uit de omgeving (bv. regen, dauw, verdampend water van plassen) kan er immers voor zorgen dat het papieren vel of het netje uit kunststof loskomt van de tegels.

In principe kunnen mozaïeken op alle ondergronden geplaatst worden. Deze ondergronden moeten echter wel aan strenge eisen voldoen om te komen tot een kwaliteitsvolle betegeling. Daarom moet op voorhand nauwkeurig beschreven worden aan welke vereisten de ondergrond precies moet beantwoorden, welke voorbereidende werken hiervoor nodig zijn en wie ze moet realiseren. Indien de gewenste afwerkingsgraad niet vastgelegd wordt in de contractuele bepalingen, gaat men uit van een normale afwerkingsgraad. Deze is echter onvoldoende voor bekledingen met mozaïektegels.

2.1 Verbeteren van de vlakheid

Omwille van de zeer kleine afmetingen van de mozaïektegeltjes en van de buigzaamheid van het net of het papier, zullen afwijkingen in de vlakheid van de ondergrond duidelijk zichtbaar zijn in de betegeling. De dunne lijmlaag onder de tegeltjes maakt het doorgaans evenmin mogelijk om deze afwijkingen op te vangen.

Vlakheidsafwijkingen zullen bij mozaiekwerken vooral op esthetisch vlakvoor ongemakken zorgen. Zo kunnen ze bij scheerlicht of tegenlicht zeer sterk in het oog springen. De vlakheid van een dekvloer voor mozaiek moet voldoen aan de strengste uitvoeringseis (zie TV 189), meer bepaald maximum 3 mm onder de lat van 2 m.

Indien de ondergrond uit een bepleistering bestaat, moet deze uitgevoerd worden volgens de speciale afwerkingsgraad S1.1 (zie TV 201 en TV 227) om het aantal onregelmatigheden te beperken. Bij een ondergrond met een ontoereikende vlakheid moet er een egalisatielaag aangebracht worden om de afwijkingen te verkleinen of weg te werken. Hierbij moet men er echter wel op toezien dat de lijm, de egalisatielaag en de ondergrond verenigbaar zijn.

2.2 Uniformiseren van kleur

Bij mozaïeken met een zekere transparantie hebben de kleuren van de ondergrond, het plaatsingsmateriaal en het voegmateriaal een zeer grote invloed op het uiteindelijke uitzicht van de afgewerkte betegeling. Daarom moeten de bouwheer en de aannemer hierbij een weldoordachte materiaalkeuze maken. Het is belangrijk om de kleurverschillen in de ondergrond weg te werken, vooral wanneer de mozaïekwerken op verschillende aanliggende ondergronden uitgevoerd worden.

Voor het opvoegen van tekeningen moet men opteren voor een transparant voegproduct zodat het kleurpatroon van de tegels volledig tot zijn recht kan komen.

2.3 Aanbrengen van een waterdichting

In natte ruimten moet er onder de mozaiekbetegeling een waterdichting voorzien worden. In wellnessruimten, zoals hamams, moet de opbouw van de wanden en de vloeren grondig bestudeerd worden, gelet op het mogelijke risico op damptransport.

3 Uitvoering van de mozaïek

De keuze van het plaatsingsmateriaalis afhankelijk van het materiaal van de mozaïeken. Doorgaans wordt er geopteerd voor een tegellijm. Het plaatsingsmateriaal mag niet te dik aangebracht worden. Bij het indrukken van het mozaïekvel zal de overtollige lijm immers tussen de tegels naar boven komen, wat het opvoegen bemoeilijkt en voor een kleurverschil kan zorgen.

Bijgevolg moet de lijmkam aangepast worden aan de dikte van de mozaïektegeltjes (vaak een getande lijmkam van 3 of 4 mm). Bij het plaatsen van de vellen moet men bijzonder minutieus te werk gaan. Zo moet de afstand tussen twee mozaïekvellen gelijk zijn aan de breedte van de voegen tussen de afzonderlijke tegeltjes om de verbinding tussen de aangrenzende vellen te verbergen.

Zolang het plaatsingsmateriaal niet verhard is, kunnen er nog kleine correcties doorgevoerd worden. De plaatsing van mozaïeken vraagt tot slot om specifiek gereedschap, zoals een aangepaste lijmkam, een tang, een haakse slijper met diamantschijf, een klein truweel en een vlakke (rubberen) spaan.

Bron: WTCB

Afbeeldingen

Verwante producten